De Onderwijsraad wil de schooladviezen en de eindtoets in klas 6 (groep 8) schrappen én in het voortgezet onderwijs een driejarige brugperiode, waarin leerlingen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en te ontdekken welk soort onderwijs zij het beste kunnen volgen. De raad stelt 'leerlingen krijgen onvoldoende kans op onderwijs dat recht doet aan hun capaciteiten en ontwikkeling. De coronacrisis versterkt dit. Nederland doet hiermee al jaren leerlingen tekort en de economie en samenleving lopen talent mis.'
Om deze achilleshiel van het onderwijsstelsel aan te pakken kwam de Onderwijsraad vorige week met een nieuw advies: Later selecteren, beter differentiëren. Een idee dat de Vereniging van vrijescholen aanspreekt en waarin een wezenlijke paralel zit met de filosofie van de vrijeschool.
Herstel doorgaande leerlijn
De Vereniging van vrijescholen pleitte eerder dit jaar al voor het herstel van de doorgaande leerlijn van de vrijeschool en het verder opschuiven van het keuzemoment voor het schoolniveau. Centrale boodschap van het pleidooi: geef het onderwijs meer ruimte en vertrouwen!
Ruim 20 jaar geleden moesten de vrijescholen op aansturing door de overheid nog afscheid nemen van de zogenaamde 7e en 8e klas, die onderdeel uitmaakte van het primair onderwijs in de doorgaande leerlijn van de vrijeschool. Vertaald naar het huidige systeem waren dat groep 9 en groep 10 die bij de basisschool hoorden. Daarmee had de vrijeschool destijds twee jaar langer een heterogene klas en volgde daarná pas het keuzemoment voor het schoolniveau. Maar zo rond de eeuwwisseling moest er een duidelijkere knip komen tussen primair en voortgezet onderwijs, het paste niet langer bij de toenmalige ideeën over het onderwijsstelsel. Pijnlijk voor vrijescholen, die daarmee werden geraakt in één van hun pedagogische pijlers.
Leeftijdsfasen
Voor de vrijeschool was die inrichting van het eigen onderwijs helder. Namelijk gebaseerd op een visie vanuit de menskunde, waarbij er wordt gekeken naar leerlingen in drie zevenjarige leeftijdsfasen. Daar ligt een hele pedagogische onderbouwing aan ten grondslag gericht op de brede vorming van leerlingen (lees: kansen). Het idee daarachter is recent uiteengezet in het Vrijeschoolkompas, een instrument waarmee een eigentijdse visie van vrijeschoolonderwijs beschreven wordt en dat dient als handreiking voor leraren.
Dat stemt hoopvol!
Met de conclusies van de Onderwijsinspectie in De Staat van het Onderwijs 2021 en het één-tweetje dat daarop volgde met de Onderwijsraad, lijkt er nu weer meer ruimte te ontstaan voor die bredere pedagogische benadering, in tegenstelling tot het meer rigide rendementsdenken dat het onderwijs met enige regelmaat domineert. Stoppen met vroegtijdige selectie, meer tijd en ruimte voor de leerling en leren van elkaar. Dat stemt hoopvol. De Vereniging van vrijescholen kijkt uit naar het vervolg en de voorstellen die mogelijk komen.