Reactie op het regeerakkoord: Rutte III, vrijeschoolkabinet of juist niet?

17 oktober 2017 Nieuws

Rutte III wil méér vrijheid van onderwijs, zet zich in voor kleine scholen, wil een betere aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs en lijkt meer vertrouwen en verantwoordelijkheid te willen geven aan leraren en scholen. Tegelijkertijd ontbreekt een visie op het toenemende lerarentekort, krijgt het voortgezet onderwijs te maken met bezuinigingen en dreigt op veel vraagstukken een ‘mal’ als oplossing.

“Ruimte moet het kernbegrip zijn: voor de leerkracht als sleutelfiguur in de klas en als onderwijsontwikkelaar, voor de eigen onderwijsvisie van scholen én voor ouders en leerlingen die iets te kiezen willen hebben in het onderwijs. Het kabinet heeft een paar plannen die goede kansen bieden voor vrijescholen. Maar op veel onderwerpen is het nog maar de vraag of Rutte III zich zal ontpoppen tot een vrijeschoolkabinet.”, zo stelt Rian van Dam, voorzitter van de Vereniging van vrijescholen, in reactie op het nieuwe regeerakkoord.

Kabinet vergroot vrijheid van onderwijs

De kleine scholentoeslag blijft bestaan en dat is goed nieuws voor de kleinere vrijescholen en de diversiteit van het onderwijs. Want ouders moeten iets te kiezen hebben, zo staat ook in het regeerakkoord. En die ouders willen méér vrijescholen. Dat laat de bovengemiddelde groei van vrijescholen zien. Vrijescholen die willen uitbreiden, maar ook tientallen ouderinitiatieven, lopen al jarenlang tegen belemmeringen aan. Met het doorzetten van de nieuwe Wet ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’ moeten daarvoor oplossingen komen. Maar dan is er ook meer financiële ruimte nodig, zodat niet alleen grote en rijke schoolbesturen hiertoe in staat zijn.

Onderwijsontwikkeling en ruimte voor de leraar

Nieuwe uitwerking lerarenregister na kritiek vrijescholen
De Vereniging van vrijescholen is al langer kritisch op het lerarenregister. De leerkracht en het vakmanschap moeten centraal staan, maar vooralsnog ontvouwde het register zich als een complex en bureaucratisch systeem, dat zijn doel voorbij schoot. Ook het kabinet is nu kritisch en kiest in het regeerakkoord voor een nieuwe uitwerking. Wat dat precies gaat betekenen is nog maar de vraag. Voor de Vereniging van vrijescholen is de betrokkenheid van leerkrachten ontzettend belangrijk. Ook zal onderwijsontwikkeling een plaats moeten krijgen in het register.

Grote visie op lerarentekort blijft uit
In het primair onderwijs wordt 270 miljoen geïnvesteerd in de lerarensalarissen en bij de Pabo’s wordt het collegegeld de eerste twee studiejaren gehalveerd. Dat zijn een paar mooie stapjes. Tegelijkertijd komt het woord ‘lerarentekort’ nul keer voor in het regeerakkoord, terwijl het één van de grote uitdagingen is van het onderwijs de komende decennia. Voor vrijescholen is dit onderwerp actueler door de toenemende groei. Dat vraagt juist om een brede maatschappelijke visie van het onderwijsveld én de politiek.

Curriculum als richtlijn, geen gedetailleerde uitwerking
Het is verstandig dat het kabinet bij de herziening van het onderwijscurriculum leraren gaat betrekken. Leraren zijn de ontwikkelaars van het onderwijs. Een landelijke richtlijn kan een goed vertrekpunt zijn voor de invulling van het onderwijs. Een richtlijn kan, een gedetailleerd curriculum niet. Het is van fundamenteel belang dat er voldoende ruimte blijft voor leraren en scholen om invulling te geven aan het curriculum, vanuit een eigen visie op onderwijs. Ook moet er terughoudendheid zijn als het gaat om het uitwerken van specifieke kerndoelen. Als ouders iets te kiezen mogen hebben, zoals Rutte III beoogt, dan moet een school ook recht kunnen doen aan die keuze in het eigen onderwijsaanbod.

Minder werkdruk, méér ruimte voor de leraar. Ook in het VO?
Door de werkdruk in het primair onderwijs te verminderen wordt er meer recht gedaan aan het eigenaarschap van de leraar. Aanvullende onderwijsondersteuning neemt druk weg bij de leraar, die heeft vervolgens meer tijd voor het ontwikkelen van lesstof en voor de leerlingen in de klas. Hoewel in het voortgezet onderwijs diezelfde werkdruk iedere dag gevoeld wordt, maakt het kabinet daarvoor geen middelen vrij.

Waken voor de ‘mal’ van de totaaloplossing

Etiketten voor onderwijskwaliteit
In het nieuwe toezichtskader wordt naast de deugdelijkheidseisen (wat moet de school) ook gekeken naar de inzet en de visie van de school op onderwijskwaliteit (wat wil de school). Dat is waardevol en geeft de school ruimte voor identiteit en eigenheid. In Rutte II is daar al breed op ingezet door de Tweede Kamer en de regering. Tegelijkertijd wordt in het regeerakkoord de aandacht gevestigd op ‘kwaliteitsetiketten’. De predicaten ‘goed’ en ‘excellent’ die scholen nader kwalificeren zullen vooral als perverse prikkels werken. Als de kwaliteit ondermaats is, dan moet dat worden aangepakt en als de zaken op orde zijn, dan is er niets aan de hand.

Te weinig eigenheid binnen samenwerkingsverbanden
De vrijeschool vindt in samenwerkingsverbanden te weinig ruimte voor de eigen onderwijsvisie, bijvoorbeeld als het gaat om keuzes over passend onderwijs. De vrijeschool is vaak een te kleine speler met te weinig zeggenschap binnen een groot besturennetwerk. Deze problemen blijven bestaan en worden niet aangepakt in het regeerakkoord. Wel is het positief dat het Kabinet er voor wil zorgen dat alle middelen ook daadwerkelijk in de klas terecht komen. Het is goed dat daarvoor een onafhankelijke toezichthouder geïnstalleerd wordt.

De Vereniging van vrijescholen volgt alle ontwikkelingen nauwlettend en is benieuwd naar de concrete uitwerkingen van de voorstellen uit het regeerakkoord. Daaruit zal blijken in welke mate vrijescholen kunnen bouwen op Rutte III.