Op 11 oktober kwamen 120 kleuterleerkrachten van vrijescholen uit het hele land samen in Nijmegen om op zoek te gaan naar de eigentijdsheid van ons onderwijs.
Waardevol kleuteronderwijs op de vrijeschool
Loïs Eijgenraam, spreker van deze dag, maakte met ons een verdiepingsslag door de relatie te leggen tussen het thema, de lectorale rede van Aziza Mayo en de uitgangspunten van Gert Biesta. Zij opende haar lezing met de vraag: ‘Wat is waardevol aan het vrijekleuteronderwijs in deze tijd met wat de kinderen van ons vragen?’ Deze vraag verkenden we aan de hand van de uitgangspunten van Gert Biesta en het werk van Aziza Mayo. Zij spreken van kwalificatie, socialisatie, subjectivering en persoonsvorming. Onderwijs heeft als functie leerlingen te begeleiden zich zo te ontwikkelen dat zij als volwassenen hun plaats in de samenleving kunnen vinden.
Kwalificatie, socialisatie en subjectivering
Onder kwalificatie wordt verstaan de zorg van het onderwijs om leerlingen kennis, vaardigheden en attitudes eigen te maken zodat zij kunnen functioneren in de maatschappij. Socialisatie houdt in dat kinderen zich waarden en normen, gedragingen en attitudes eigen kunnen maken die uitdragen wat er in de maatschappij verwacht wordt. Hierbij hoort ook het zelfbeeld van de leerling. Subjectivering is het opwekken van het intrinsiek verlangen van de leerling om op een volwassen wijze in het leven te staan.
In het midden overlappen deze drie functies elkaar en vormen, en bouwen samen aan de persoonsvorming. Loïs legde een relatie tussen deze uitgangpunten en die van de IASWECE:
- liefdevolle interesse hebben voor ieder kind;
- de focus in het kleuteronderwijs ligt op echte ervaringen in plaats van virtuele ervaringen. Dit om de gezonde relatie van het kind met de wereld te ondersteunen.
Zij maakte daarbij een concrete vertaling van deze begrippen naar de eigen kleuterklas: kleuters leren vanuit nabootsing, zintuiglijke ervaringen opdoen, ritmes door het jaar te ervaren, jaarfeesten te vieren en beweging. Kinderen krijgen de ruimte om het zelf geïnitieerde spel te spelen. Ook betekenisvol praktisch werken zoals koken, bakken, tuinieren, handwerken en huishoudelijk werk en kunstzinnige activiteiten als verhalen vertellen, muziek, tekenen, schilderen, ritmische spelletjes, boetseren, krijgen hierin een plek.
Zeven werkgroepen eigentijds kleuteronderwijs
In de zeven werkgroepen werd door middel van een eigentijds, breed, uitdagend en creatief aanbod, het thema verder verkend. De eerste werkgroep had de titel ‘Hoe hou ik de kleuter bezig of wat houdt de kleuter bezig?’ en werd gegeven door Marrie Aaij, kleuterleerkracht en coach van startende collega’s. In de werkgroep stonden vragen centraal als: past in deze tijd nog leerkrachtgestuurdonderwijs? Of kunnen we een kleuter zien als mede-initiatiefnemer voor dat wat we doen in de klas? Zo ja, hoe?
De tweede werkgroep stond onderleiding van Loïs Eijgenraam. Centraal stond het aanbod ‘Vrij spel, nabootsing, ritme, beweging en huishoudelijk- ambachtelijk werken’. Aan de hand van het vrijeschoolleerplan, de uitgangspunten van de IASWECE én recent (wetenschappelijk) onderzoek werd onderzocht hoe eigentijds dit aanbod is. Bij Anke de Groot van Ab Houtcreaties gingen de deelnemers praktisch aan de slag met techniek in de kleuterklas en experimenteren met hout.
Pia Holland verzorgt muziek- en filosofielessen en coacht leraren bij het geven van muzieklessen. In haar werkgroep ‘Wat er niet is, kun je bedenken’ bogen deelnemers zich over het stellen van vragen en het reageren op vragen, en over verhalen die oproepen tot nadenken. Ook werd een kritische blik geworpen op de morele ontwikkeling van jonge kinderen. Werkgoep nummer vijf, Eigentijds wolvilten, stond onder leiding van Erna Pasman, eigenaresse van Creahuis Eigenhandig. Bij het werken aan de vrije opdracht werden de nieuwste technieken en handige hulpmiddelen verkend.
Het begeleiden van hoogbegaafde kleuters op de vrijeschool kwam aan bod bij de werkgroep van Saskia Snikkers, schoolpsycholoog en onderzoeker bij het lectoraat Waarde(n) van vrijeschoolonderwijs en promovendus. De groep ging zowel inhoudelijk als praktisch in op de begeleiding van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong. De laatste werkgroep bracht de deelnemers informatie over de boekenclub in de klas. Judith Wagensveld van Atelier van de Verbeelding ging met haar groepen aan de slag rondom de vraag: hoe bieden creatieve werkvormen ruimte aan ontwikkelingsverschillen in een klas? met het maken van kleine boeken en illustratieve technieken. Ook werd er gebrainstormd over spel-, vertel- en gespreksvormen aan de hand van (zelfgemaakte) boeken.
Na een ludieke, muzikale afsluiting namen de deelnemers voldaan afscheid van elkaar.